PARAMARIBO – De strafzaak tegen voormalig directeur van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), D. Veira, kreeg begin augustus een vervolg bij de Krijgsraad.
Veira wordt ervan verdacht de opdracht te hebben gegeven voor de gewelddadige ontvoering van Rodney Cairo in april 2020. Het slachtoffer verklaarde eerder dat de DNV-directeur achter de actie zat, waarbij hij onder dwang uit zijn woning werd meegenomen.
Tijdens de zitting van 1 augustus werden twee gepensioneerde militairen gehoord die destijds verbonden waren aan de DNV. Hun verklaringen vormden onderdeel van het getuigenverhoor dat in deze zaak centraal staat. Het proces werd vervolgens uitgesteld naar 15 augustus, waar nog twee getuigen op de rol stonden.
Op die dag legden oud-korpschef R.P. en getuige S.S. verklaringen af. Ook overhandigde het Openbaar Ministerie beeldmateriaal van buiten de woning van Cairo, vastgelegd op een USB-stick die eerder al door de rechter-commissaris was ontvangen. De zaak wordt op 6 oktober voortgezet; dan staat het verhoor van de verdachte zelf gepland.
De strafzaak staat niet op zichzelf. In juli werd een medeverdachte, I.M., bij verstek veroordeeld tot vier jaar cel voor zijn rol in de ontvoering. De rechter achtte bewezen dat I.M. samen met anderen Cairo zijn vrijheid ontnam, hem mishandelde en goederen roofde. Daarbij werd vastgesteld dat de actie “op bevel” van de DNV-directeur plaatsvond, hoewel dit bevel volgens de rechtbank illegaal was en buiten de taakstelling van de veiligheidsdienst viel.
De feiten die tijdens die zaak naar voren kwamen, schetsen een huiveringwekkend beeld. Cairo werd in zijn woning onder valse voorwendselen bedwelmd en vervolgens door gemaskerde mannen met wapens overmeesterd. Hij werd vastgebonden, geblinddoekt en onder dreiging van een shotgun uit zijn huis gesleept. Naast de vrijheidsberoving werden ook persoonlijke bezittingen buitgemaakt.
Volgens de rechter in de zaak van I.M. is aannemelijk dat Veira het bevel gaf om Cairo het zwijgen op te leggen, omdat deze gevoelige informatie over de DNV-directeur tijdens een livestream zou delen. De rechter concludeerde dat de directeur dit bevel tijdens eerdere verhoren “kennelijk leugenachtig” ontkende, terwijl de toenmalige korpschef bevestigde dat het Arrestatieteam zich destijds terugtrok op verzoek van de DNV-directeur.
De kern van de zaak draait daarmee niet alleen om een brute ontvoering, maar ook om de vraag in hoeverre de hoogste leiding van de DNV verantwoordelijk is voor machtsmisbruik en illegale operaties. Op 6 oktober moet Veira zich persoonlijk verantwoorden tegenover de Krijgsraad. Daarmee belooft de zaak een cruciaal moment te worden in een van de meest explosieve dossiers rond misbruik van staatsmacht in de recente Surinaamse geschiedenis.