
NEDERLAND - Het aantal onbewaakte spoorwegovergangen in Nederland is de afgelopen jaren fors afgenomen.

Inmiddels zijn er 171 aangepakt. In 2027 moeten de laatste negen overgangen worden aangepakt. Spoorbeheerder ProRail pleit verder voor extra geld tegen zelfdoding op het spoor. De onbewaakte spoorwegovergangen vormen een groot risico. In de afgelopen jaren vonden er aanrijdingen plaats met grote gevolgen. ProRail is sinds 2018 bezig dit probleem aan te pakken. Zo moet het veiliger worden voor machinisten, voetgangers en automobilisten en kunnen aanrijdingen worden voorkomen.
De werkzaamheden hebben ervoor gezorgd dat bepaalde spoorwegovergangen nu bewaakt zijn of een ondergrondse doorgang hebben. Andere zijn definitief gesloten. Momenteel zijn er nog negen onbewaakte overgangen. Dat zijn er drie in Heiloo, twee in Soest, twee in West-Friesland, een in Lisse en een in Overbetuwe.
ProRail blijft de komende jaren ook investeren om suïcide op het spoor te voorkomen. In totaal geeft de spoorbeheerder 2 miljoen euro per jaar uit aan maatregelen tegen zelfdoding. Het gaat onder meer om het plaatsen van hekken, bordjes en camera's.
"Ongeveer 25 procent van de storingen op het spoor komt door suïcidepogingen. Het gaat om ruim tweehonderd mensen per jaar", zegt topman John Voppen. Toch is er volgens ProRail meer geld nodig de komende jaren. De spoorbeheerder hoopt op een eenmalige investering van 30 miljoen euro om de maatregelen optimaal uit te voeren. (NU)

