
NOORWEGEN - Noorwegen mag bedrijven naar olie laten zoeken op de Noordpool, maar moet daarbij wel rekening houden met de klimaatimpact.

Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dinsdag besloten in een rechtszaak die door twee milieugroepen was aangespannen. Noorwegen gaf in 2016 tien vergunningen af om ten noorden van het Noorse vasteland naar olie te zoeken. Greenpeace en de Noorse jongerenorganisatie Natur og Ungdom stapten naar de rechter om dat tegen te houden.
Volgens de twee milieugroepen werd bij het afgeven van de vergunningen te weinig rekening gehouden met het klimaat. Er werd niet gekeken naar de gevolgen van de CO2-uitstoot die vrijkomt in het buitenland als de olie wordt verbrand. Dat veroorzaakt volgens de organisaties klimaatopwarming en brengt gevaar met zich mee voor mensen, waardoor hun mensenrechten worden geschonden.
Van een mensenrechtenschending is geen sprake, oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dinsdag. Maar het Hof stelt wel dat overheden de impact op het klimaat moeten bestuderen als ze de winning van fossiele brandstoffen gaan toestaan. Dat kan ook later in het proces dan de milieugroepen hadden geëist, waardoor er geen ‘structureel probleem’ zit in de aanpak van de Noorse overheid.
Hoewel de Noorse overheid de zaak dus heeft gewonnen, ziet onderzoeker Clemens Kaupa (VU Amsterdam) de uitspraak toch niet als een nederlaag voor de milieubeweging. "Het belangrijkste punt is dat bij beslissingen rekening moet worden gehouden met de klimaatimpact. (NU)

