
PARAMARIBO – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft op 18 november 2025 tijdens de zitting van de Krijgsraad gerekwireerd in de strafzaak tegen DV,...

voormalig directeur van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV). Op basis van de bewijsmiddelen in de strafdossiers acht het OM bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van diefstal met geweldpleging, medeplegen van gijzeling, medeplegen van huisvredebreuk en het structureel afgeven van vuurwapens aan onbevoegden. Het OM heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen (9) jaar, onder aftrek, en met bevel tot gevangenneming geëist.
In de nacht van 15 op 16 april 2020 drongen meerdere gemaskerde en gewapende mannen de woning van RC binnen, bonden hem vast en beroofden hem van zijn vrijheid. Daarbij namen zij verschillende persoonlijke goederen mee, waaronder mobiele telefoons, een legitimatiebewijs en een notitieboekje. Volgens het OM was het doel te voorkomen dat het slachtoffer informatie over de verdachte naar buiten zou brengen.
Tijdens de gebeurtenis arriveerden politie-eenheden ter plaatse. Zij trokken zich echter terug nadat was medegedeeld dat het om een operatie van DNV zou gaan. Hierdoor konden de gewapende mannen hun handelingen voortzetten en de locatie verlaten. Uit het dossier blijkt dat de verdachte zelf een actieve rol speelde in de communicatie richting de politie, wat aan deze terugtrekking heeft bijgedragen.
Daarnaast blijkt uit de strafdossiers dat binnen DNV vuurwapens en wapenpassen zijn verstrekt aan personen die geen lid waren van de organisatie en daartoe niet bevoegd waren. Getuigen verklaren dat deze verstrekking uitsluitend kon plaatsvinden met autorisatie van de directeur. Het onbevoegd verstrekken van wapens brengt volgens het OM ernstige risico’s voor de veiligheid van de samenleving met zich mee.
Het OM rekent de verdachte zwaar aan dat zij deze strafbare feiten pleegde terwijl zij een hooggeplaatste functie binnen het Nationaal Leger bekleedde. Met haar handelen heeft zij het imago van het leger geschaad en het vertrouwen dat in haar was gesteld beschaamd. Dat zij niet eerder is veroordeeld, doet volgens het OM niets af aan de ernst van de feiten.
Op basis van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, het risico voor de samenleving door onbevoegd wapenbezit en het misbruik van positie, komt het OM tot de eis van negen jaar gevangenisstraf. Verder heeft het OM gevorderd dat diverse vuurwapens, munitie, wapenpassen en documenten aan het verkeer worden onttrokken, dat wapenkoffers verbeurd worden verklaard en dat een zebraprinter en systeemkast worden teruggegeven aan DNV.
In een samenhangende zaak is medeverdachte MI eerder door de kantonrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes (6) jaar, onder aftrek. Deze veroordeling maakt deel uit van hetzelfde feitencomplex waarvan ook de zaak tegen DV deel uitmaakt.

