blijkt de werkelijkheid aanzienlijk minder rooskleurig. De eerste schooldag werd overschaduwd door organisatorische chaos, waardoor honderden leerlingen thuisbleven. In De Nationale Assemblée (DNA) klonk maandag felle kritiek vanuit zowel oppositie als coalitie op dit chronische probleem dat al jaren voortsuddert.

 NDP-parlementariër Silvana Afonsoewa schetste een zorgwekkend beeld van ouders die met wanhoop proberen hun kinderen alsnog onder te brengen op overvolle scholen. Volgens haar zijn velen door de onderwijsinspectie met een brief op pad gestuurd om zelf een plek te vinden, een taak die in de praktijk onhaalbaar blijkt. “De verplichting om kinderen naar school te sturen ligt bij de ouders, maar de verantwoordelijkheid om schoolplaatsen te garanderen ligt bij de overheid”, benadrukte ze.

Naast het tekort aan schoolplaatsen speelt ook de afstand een rol. Sommige kinderen die wél zijn geplaatst, moeten dagelijks lange afstanden afleggen, omdat in hun directe omgeving geen plek beschikbaar was. Dat vergroot volgens Afonsoewa de ongelijkheid in toegang tot onderwijs. “Omdat ze geen plaats in de buurt konden vinden.”

 Ook vanuit de fractie van de VHP klonk ongenoegen. Parlementariër Dew Sharman schaart zich achter de bezorgdheid van Afonsoewa. Hij drong aan op een concreet actieplan om de achterblijvers alsnog onderwijs te bieden en de druk op scholen te verlichten. “We hopen natuurlijk dat de regering snel een plan heeft om ook die ouders, maar zeker de kinderen die daarop recht hebben, tegemoet te komen”, aldus Sharman.