PARAMARIBO - De regering belooft voorlopig geen nieuwe voertuigen aan te schaffen, maar de uitvoering van dit beleid oogt halfslachtig en voorzichtig.
Terwijl er een nadrukkelijk verbod geldt op de aankoop van dienstauto’s, wordt tegelijk ruimte gelaten voor uitzonderingen en een tijdelijke overgangsperiode voor huurauto’s.
Op verschillende ministeries, het Kabinet van de Vicepresident en het Kabinet van de President, wordt momenteel geïnventariseerd welke voertuigen de Staat toebehoren en teruggehaald kunnen worden. De bedoeling is dat deze worden herverdeeld, zodat de overheid kan werken met bestaande middelen en nieuwe uitgaven worden beperkt. Tegelijkertijd wordt het beleid bemoeilijkt door lopende verplichtingen uit de vorige regeringsperiode, waarvan de omvang nog onduidelijk is.
Die verplichtingen zullen volgens vicepresident Gregory Rusland moeten worden afgehandeld. “Daar heb ik op dit moment geen compleet zicht op. Die zullen waarschijnlijk worden afgehandeld. Maar vanuit deze regering op dit moment is de afspraak dat wij geen nieuwe auto's aanschaffen. We gaan het proberen te doen met wat er is”, zegt hij. Het meest gevoelige punt blijft het gebruik van huurauto’s. Hoewel de regering stelt dat dure huurcontracten zoveel mogelijk worden stopgezet en voertuigen zijn teruggestuurd naar leveranciers, blijft een overgangsperiode bestaan.
Tot 1 november mogen ministers gebruikmaken van gehuurde voertuigen, waarna een nieuwe verdeling van staatsauto’s moet worden doorgevoerd. De aankondiging van een strikte autobeperking wordt ondermijnd door ruimte voor uitzonderingen, tijdelijke regelingen en het ontbreken van volledige transparantie over bestaande contracten.
Het risico bestaat dat de beoogde besparingen slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd, terwijl de overheid intussen aanzienlijke bedragen blijft betalen voor huurconstructies. “Waar wij naartoe gaan natuurlijk is het terughalen van alle transportmiddelen van de ministeries en dergelijke, en ervoor zorgen dat van daaruit een herverdeling plaatsvindt. Waarbij we op dit moment in ieder geval wat dat betreft geen extra uitgaven hebben”, aldus de vicepresident.