President Jennifer Geerlings-Simons pleitte voor de uitbreiding van de raad met landen die zich de afgelopen decennia hebben ontwikkeld tot invloedrijke wereldmachten. Concreet stelde zij voor Brazilië, India en een vertegenwoordiger van het Afrikaanse continent toe te laten.

 Geerlings-Simons stelde dat het uitbreiden van de Veiligheidsraad en het herzien van het vetorecht essentieel zijn om conflicten te verminderen en internationale samenwerking te versterken. “Uitsluiting van deze spelers vergroot alleen het risico op conflicten en blokkeert de samenwerking die nodig is voor ontwikkeling en vooruitgang van de mensheid”, zei zij.

 De president wees haar ambtgenoten erop dat de VN, 80 jaar geleden opgericht, niet meer aansluit bij de hedendaagse wereldorde. “De wereld waarin wij de Verenigde Naties hebben opgericht bestaat niet meer. Sommige landen zijn economisch en politiek uitgegroeid tot machten die niet langer genegeerd kunnen worden,” aldus Geerlings-Simons. Volgens haar is het noodzakelijk dat de Veiligheidsraad wordt uitgebreid om deze nieuwe spelers te betrekken.

Een van de kernpunten van haar betoog was de concentratie van macht binnen de vijf permanente leden, de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, die elk beschikken over het vetorecht.

 Dit vetorecht belemmert belangrijke beslissingen en heeft bijvoorbeeld de erkenning van Palestina als volwaardige staat tegengehouden, ondanks overgrote steun binnen de VN. Ook het veroordelen van Israël voor oorlogsmisdaden is door de VS getorpedeerd, dankzij het vetorecht.