BRUSSEL - In veruit de meeste gevallen zijn aanslagplegers in Europa geen migrant, blijkt uit een onderzoek op verzoek van demissionair justitie- en migratieminister David van Weel.
De onderzoekers omschrijven terrorisme daarom als "een probleem van eigen bodem". Vergeleken met het aantal asielaanvragen in Europa is het aantal migranten dat in verband wordt gebracht met radicalisering of aanslagen "oneindig klein". Dat blijkt uit het onderzoek van het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
De onderzoekers keken in eerste instantie naar bestaande literatuur en bestudeerden ook zelf de profielen van 55 mensen die betrokken waren bij 43 jihadistische aanslagen tussen 2014 en 2024. Het ging onder meer om de aanslagen in november 2015 in Parijs, in december 2016 in Berlijn en in oktober 2023 in Brussel. Ze concluderen dat slechts een klein aantal migranten radicaliseerde tijdens of na hun komst naar Europa en daarna is overgegaan tot het plegen van een aanslag. Van de personen die wel betrokken waren bij de onderzochte aanslagen, was de meerderheid juist geboren in Europa of woonde daar al minstens vijf jaar. In de periode van 2014 tot 2024 pleegden slechts vijf personen een aanslag binnen een jaar na hun aankomst in Europa. De onderzoekers constateren daarom dat terrorisme in Europa voornamelijk een probleem van eigen bodem is. (Nu)