
CHINA - De Chinese economie is vorige maand flink minder hard gegroeid dan verwacht.

Dat komt door een ongekende terugval in investeringen en een tragere groei van de industriële productie. Ook de stijging van de winkelverkopen vlakte af in 's werelds tweede economie. De industrie produceerde vorige maand 4,9 procent meer dan een jaar eerder, meldt het nationale statistiekbureau. Toch is het de kleinste stijging in ruim een jaar. Dat komt onder meer doordat veel fabrieken in het begin van de maand dicht waren tijdens een vakantieperiode.
Ook de winkelverkopen vielen tegen. Die stegen weliswaar met 2,9 procent, maar dat is minder dan in de voorgaande maanden. Investeringen in vastgoed liepen zelfs hard terug: bijna 15 procent.
Verder daalde de export, vooral door het handelsconflict met de Verenigde Staten. Het was de eerste exportkrimp in bijna twee jaar. Inmiddels zijn beide landen tot een akkoord gekomen, wat de onderlinge handel mogelijk weer doet stijgen. Ook is het goed nieuws dat de werkloosheid in steden iets daalde.
De Chinese economie draait al langer niet helemaal soepel. Het land kampt sinds het einde van de coronapandemie met zwakke binnenlandse consumentenuitgaven, mede door de aanhoudende schuldencrisis in de vastgoedsector.
De economische groei van China vertraagde in het derde kwartaal tot 4,8 procent, na een groei van 5,2 procent in het tweede kwartaal. De machthebbers in Peking mikken voor dit jaar op een groei van 5 procent, een doel dat volgens economen binnen bereik blijft. (NU)

