
NEDERLAND - Na twee jaar sleutelen zou het sociaal minimum hoog genoeg moeten zijn om van rond te komen. Maar wie afhankelijk is van de bijstand en toeslagen kan zich geen misstap veroorloven.

Volgens gemeenten is de armoedeproblematiek dit jaar misschien nog wel steviger geworden. Inkomenssteun, zoals toeslagen en de bijstand, was dit jaar "in principe" genoeg om van rond te komen, liet het ministerie van sociale zaken (SZW) afgelopen zomer weten. Maar mensen met een laag inkomen moeten daarvoor wel alle landelijke regelingen aanvragen waar zij recht op hebben, goed met geld omgaan en geen onvermijdbare hoge uitgaven hebben. "De praktijk is weerbarstiger", zegt Marianne van der Sloot als voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Inkomens worden met toeslagen en soms met gemeentelijke steun aangevuld tot het zogeheten sociaal minimum. In 2023 bleek dat dit normbedrag veel te laag was, waardoor huishoudens niet rond konden komen. Stellen met kinderen kwamen soms honderden euro's per maand tekort.
Het kindgebonden budget is sindsdien verhoogd met 85 tot 140 euro per kind per maand, bovenop de inflatiecorrectie. De huurtoeslag is in die periode met zo'n 55 euro per maand omhoog gegaan. Ook is het minimumloon, waar de bijstand aan is gekoppeld, omhoog gegaan.
Leg je alle mogelijke inkomsten naast de minimale uitgaven van een huishouden, dan houden alle huishoudtypen geld over. Een alleenstaande met een achtjarig kind kan inmiddels 2.490 euro per maand krijgen, terwijl dit twee jaar geleden nog 2.226 euro was. De uitgaven aan vaste lasten en overige kosten voor de alleenstaande ouder zijn, volgens een voorbeeldbegroting van het Nibud, 2.210 euro per maand. (Nu)

