
SUDAN - Mohamed Hassan vluchtte net voordat de massamoorden begonnen uit Al-Fasher in de Sudanese regio Darfur.

Met zijn peuters in een kruiwagen wist hij te ontkomen. Twee weken later weet hij nog steeds niet hoe het met zijn vader is die achterbleef. En dat geldt voor veel families. Hassan zit op een matje op de grond in een buitenwijk van de hoofdstad Khartoem. Samen met zijn drie kinderen en vrouw is hij net aangekomen bij familie. Op zijn telefoon kijkt hij naar de gruwelijke video's die uit zijn stad komen. Hoe levenloze lichamen in een greppel liggen, hoe mannen worden geëxecuteerd en hoe de milities van de RSF in terreinwagens op mensen jagen die proberen te vluchten.
Hassan kijkt niet zomaar, hij speurt. Hij stopt bij de gezichten. Zit zijn oude vader tussen de slachtoffers? Hassan ontvluchtte Al-Fasher zo'n week voordat de stad werd overgenomen door de RSF. Bij een controlepost van de paramilitairen zei hij dat hij zijn land ging bewerken. Ze sloegen hem, maar lieten hem wel in leven toen hij geld betaalde.
Het was een gok, vertelt hij. Vluchten, of onze dood tegemoetzien in Al-Fasher. Zijn kinderen werden steeds magerder en de volledige overname was ophanden. Maar zijn oude vader liet hij noodgedwongen achter. De tocht door de woestijn was voor hem te zwaar.
De Sudanese paramilitairen van de Rapid Support Forces namen Hassans stad twee weken geleden in. Honderdduizenden burgers die in de stad vastzaten, werden overgeleverd aan bruut etnisch geweld. Hoeveel doden er zijn gevallen, weet niemand. Hoeveel achterblijvers er nog zijn ook niet. In de stad zouden zeker een kwart miljoen mensen wonen. Tot nu toe zijn er tienduizenden vluchtelingen geteld. Waar is de rest? (NOS)

