PARAMARIBO – Het Openbaar Ministerie (OM) slaat alarm over een aanhoudende reeks overtredingen van de deviezenwetgeving.
Ondanks herhaalde waarschuwingen proberen reizigers nog steeds fysiek bedragen van meer dan USD 10.000 – of de tegenwaarde daarvan in andere valuta – het land in of uit te voeren. Daarmee overtreden zij expliciet de Algemene Beschikking no. 225 (AB no. 225), wat geldt als een economisch delict.
Op basis van de Deviezenregeling 1947 en de laatst aangescherpte bepalingen in AB no. 225 is het fysiek vervoeren van zulke bedragen verboden, tenzij met expliciete toestemming van de Centrale Bank of een lokale deviezenbank. Deze maatregel is ingevoerd om de monetaire stabiliteit te bevorderen, witwaspraktijken te bestrijden en het grensoverschrijdend geldverkeer beter te monitoren.
“Een veelgehoord excuus van verdachten is dat ze niet op de hoogte waren van de regelgeving,” zegt het OM. “Maar onwetendheid ontslaat niemand van verantwoordelijkheid. Elke passagier is zelf verplicht zich te informeren over de geldende wet- en regelgeving.”
Wanneer reizigers worden betrapt op het fysiek vervoeren van een te hoog bedrag, volgt inverzekeringstelling. Vervolgens wordt de verdachte geïnformeerd over de mogelijkheid om een buitengerechtelijke afdoening voor te stellen, conform artikel 27 van de Wet Economische Delicten. Als het OM instemt, kan het als voorwaarde stellen dat het bedrag boven de USD 10.000 wordt verbeurd verklaard.
“Wie akkoord gaat met de voorgestelde voorwaarde, sluit de zaak buiten proces af. Wie weigert, riskeert een rechtszaak bij de kantonrechter,” aldus het OM. De strikte aanpak is geworteld in het streven van de Deviezencommissie om illegale geldstromen te blokkeren en de druk op de binnenlandse valutamarkt te verminderen. Volgens AB no. 225 zijn alleen bevoegde instanties gerechtigd om bedragen van USD 10.000 of meer in- of uit te voeren. Zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van Suriname vallen onder deze regeling.
De Algemene Beschikking werd in september 2022 officieel van kracht na overleg met de minister van Financiën en Planning en de president. De Centrale Bank is belast met verdere richtlijnen en toezicht. Het OM benadrukt dat striktere handhaving van deze deviezenmaatregel onvermijdelijk is en roept reizigers op zich bewust te zijn van de wettelijke grenzen. “Wie toch de fout ingaat, zal de gevolgen ondervinden – onwetendheid beschermt niemand.”