
WASHINGTON - Prijzen voor producten en diensten waren in de Verenigde Staten in september 3 procent hoger dan een jaar eerder.

Vergeleken met augustus waren Amerikanen vorige maand gemiddeld 0,3 procent meer kwijt, blijkt uit cijfers van het Bureau of Labor Statistics. De grootste prijsstijging was bij benzine, waar Amerikanen ruim 4 procent extra voor moesten betalen. Verder gingen de prijzen voor kleding omhoog.
De Amerikaanse president Donald Trump kwam eerder dit jaar met importheffingen op goederen uit het buitenland. De vrees bestaat dat dit de prijzen opdrijft, maar voorlopig blijven grote stijgingen uit. Zo wijkt de inflatie sinds april, de maand waarin veel heffingen ingingen, niet veel af van de zes maanden daarvoor. Of dat ook zo blijft, is afwachten. Veel Amerikaanse bedrijven hebben nog snel buitenlandse goederen gehamsterd voordat de heffingen van kracht werden. Zij raken nu langzaamaan door die goedkopere voorraden heen.
Daarnaast nemen volgens onderzoekers veel bedrijven de heffingen nog grotendeels voor eigen rekening, maar is het de vraag of ze dat op lange termijn kunnen blijven doen. Economen zeggen dat veel bedrijven die dat hebben gedaan dat mede hebben gefinancierd door minder personeel aan te nemen. Ze verwachten dat de prijzen de komende maanden blijven stijgen.
Autobouwer Tesla zei woensdag dat het heffingenbeleid van Trump het bedrijf elk kwartaal $400 miljoen (€344 miljoen) kost. Ook Walmart, een van de allergrootste werkgevers van het land, heeft aangegeven dat de extra belastingen zijn prijzen opdrijven. De inflatie van 3 procent is iets boven het doel van 2 procent van de Amerikaanse centrale bank. De toezichthouder neemt volgende week een rentebesluit. Kenners verwachten dat het bestuur besluit de rente met 0,25 procentpunt te verlagen. Dat moet de werkgelegenheid in het land stimuleren. De cijfers over de inflatie zouden eigenlijk al op 15 oktober komen. Maar door gesteggel in de Amerikaanse politiek is er een shutdown in het land. Dit betekent dat personeel van veel overheidsdiensten naar huis is gestuurd, waardoor publicatie van de cijfers moest worden uitgesteld. Ook zijn er twijfels of de cijfers 100 procent betrouwbaar zijn. Niet alle benodigde data konden worden verzameld doordat veel personeel thuiszit. (NU/ Getty Images)

