PARAMARIBO – Onderminister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken erkent dat er serieuze tekortkomingen zijn binnen het verkiezingsproces, maar werpt tegelijk de kritiek van het Onafhankelijk...
Kiesbureau (OKB) deels van zich af. Volgens de bewindsman zijn veel van de geconstateerde problemen te wijten aan interpretatieverschillen en aan lacunes in de bestaande kiesregeling, waarvoor De Nationale Assemblee de primaire verantwoordelijkheid draagt.
In reactie op de stevige kritiek van het OKB zegt Hassankhan dat bepaalde zaken "tot in den treure zijn uitgelegd", al vóór de verkiezingen. Hij begrijpt dan ook niet goed waarom er nu nog scherpe kritiek wordt geleverd op kwesties die volgens hem al waren toegelicht. “Het OKB heeft met name de kwestie van Moengo aangehaald, waar de regering heeft besloten dat het ressort met terugwerkende kracht niet vijftien, maar zeventien zetels op ressortraadniveau moest krijgen. Wij zijn er 100 procent van overtuigd dat dit besluit correct was. Politieke partijen hebben hun kandidaatstelling gebaseerd op die informatie, die al tijdens trainingen is gecommuniceerd," aldus Hassankhan.
Een van de belangrijkste pijnpunten, stelt hij, is het gebrek aan sluitende regels rond adresregistratie en verhuizingen. "Neem de kwestie van honderden mensen op één adres. Dat hebben we pas in een te laat stadium vernomen, waardoor ingrijpen niet meer mogelijk was," zegt hij. Er is inmiddels opdracht gegeven aan het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) om alle gevallen met meer dan tien verschillende familienamen op één adres te onderzoeken.
De minister wijst ook op specifieke gevallen waarbij assembleeleden zich formeel inschreven in een ander district om zich daar verkiesbaar te stellen, zonder er daadwerkelijk te wonen. "In andere landen is het zo dat de bestaande bewoners toestemming moeten geven als iemand zich op dat adres wil inschrijven. Bij ons volstaat een simpele mededeling. Dat moet echt veranderen."
Volgens Hassankhan is het onterecht om Binnenlandse Zaken volledig verantwoordelijk te stellen voor gebrekkige regelgeving. "De kiesregeling zelf is een verantwoordelijkheid van De Nationale Assemblee. Die voorziet momenteel niet in alle noodzakelijke toelichtingen en waarborgen. Wij hebben wel, op verzoek van de president, het initiatief genomen om direct na de verkiezingen te starten met het opstellen van een memorie van toelichting."
Over de gespannen verhouding met het OKB is Hassankhan voorzichtig, maar duidelijk. "Wij hebben herhaaldelijk overleg gehad met zowel het OKB als het Centraal Hoofdstembureau om misverstanden te voorkomen. Blijkbaar bestaan er toch interpretatieverschillen, bijvoorbeeld over wat waarnemers van het OKB wel of niet mogen doen tijdens het verkiezingsproces."
Dat het OKB deze keer publiekelijk en scherp uit de hoek komt, noemt de minister "opvallend", maar hij erkent dat dit hun recht is. "Dit is de eerste keer dat ze zo punctueel en openbaar hun bevindingen uiten. Daar is op zich niets mis mee, als het maar leidt tot verbeteringen." De onderminister besluit met de toezegging dat hervorming van het kiesproces noodzakelijk is. "De regels moeten duidelijker, strenger en beter te handhaven zijn – zowel op het gebied van verhuizingen als bij de registratie van kiezers en de toewijzing van zetels. Alleen zo kunnen we het vertrouwen in het systeem herstellen."