OOSTENRIJK - Wetenschappers hebben het mysterie achter een gebalsemd lichaam in Oostenrijk ontrafeld.
Het lichaam is na bijna driehonderd jaar nog steeds in goede conditie, doordat het lichaam na overlijden is gebalsemd via de anus.
Het lichaam van Franz Xaver Sidler von Rosenegg, een achttiende-eeuwse priester, lag begraven in de crypte van de Sint Thomas am Blasenstein-kerk, in het noorden van Oostenrijk. De priester overleed in 1746 aan de gevolgen van tuberculose, maar zijn lichaam is nog altijd in goede staat. Sidler werd ook wel de luchtgedroogde priester genoemd.
Lichamen die eeuwenlang goed bewaard blijven, zijn meestal gebalsemd. De oude Egyptenaren deden dit al bij overleden farao's. Maar het lichaam van Sidler vertoonde geen gebruikelijke tekenen van balseming, zoals gaten waardoor balsemmateriaal kon worden aangebracht.
Onderzoekers ontdekten in de ingewanden onder andere houtsnippers, twijgjes, zijde en zinkchloride. Deze waren via de anus ingebracht om vocht op te nemen. Hierdoor droogde het lichaam snel uit en bleef het goed bewaard.
"Omdat er geen openingen in het lichaam zijn aangebracht, bleef er nog één opening over: het rectum", zegt onderzoeksleider Andreas Nerlich. Volgens hem is deze manier van balsemen niet eerder ontdekt.
De wetenschappers zijn er nog niet achter waarom een relatief onbelangrijke priester werd gebalsemd. Die behandeling is meestal voorbehouden aan koningen en andere belangrijke overledenen. (NU/ Andreas Nerlich)