NEDERLAND - Steeds meer jonge mensen krijgen een kankerdiagnose. Vorig jaar waren het er 169 per 100.000, tegenover 122 in 1989.
Onderzoeker Henrike Karim-Kos spreekt van een "mysterie", omdat een duidelijke verklaring ontbreekt. Jonge patiënten hebben tegenwoordig wél veel betere overlevingskansen. Het aantal gevallen van kanker bij jonge mensen van tussen de 18 en 39 jaar is de voorbije 35 jaar behoorlijk toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In 1989 werden er per 100.000 jonge vrouwen 77 geconfronteerd met een kankerdiagnose. In 2024 waren dat er al 103. Bij mannen steeg het cijfer van 45 naar 66.
"We weten niet goed waardoor die stijging komt, dat is eigenlijk een mysterie", zegt Karim-Kos, die als epidemioloog in de oncologie verbonden is aan IKNL. Ze noemt wel een aantal factoren die een rol kunnen spelen in de toename, zoals de aanwezigheid van kanker of een genetische mutatie in de familie.
Ook zou het kunnen dat kanker nu eerder dan tientallen jaren terug wordt opgespoord. Dat zou in het geval van borstkanker niet onlogisch zijn. Vrouwen met een hoger genetisch risico op borstkanker laten zich tegenwoordig op jongere leeftijd controleren. Kankergevallen die vroeger pas later aan het licht kwamen, worden zo eerder gevonden. Maar die factoren kunnen onmogelijk de totale groei verklaren.
Ook in andere landen is de stijgende trend zichtbaar. Het Amerikaanse Time Magazine wijdde eerder dit jaar een editie aan de stijging van kanker bij jonge mensen. "De gegevens suggereren dat een bepaalde factor - of misschien een combinatie van factoren - van het moderne leven jongvolwassenen ziek maakt", is de conclusie van het artikel. Maar welke factoren dat zijn, is onduidelijk. Experts tasten dus nog grotendeels in het duister. (Nu)