druk door te lage tarieven en hoge operationele kosten. Wayne Telgt, voorzitter van de Organisatie van Bushouders en Boothouders Schoolvervoer (OBBS), rijst enkele districten af om de knelpunten van chauffeurs en booteigenaren in kaart te brengen. Met het nieuwe schooljaar dat op 1 oktober begint, waarschuwt hij dat de sector dringend beter georganiseerd moet worden.

 “Het huidige tarief voor schoolvervoer is te laag om een leefbare bedrijfsvoering te garanderen. Voor een bus ontvangt de bestuurder slechts SRD 400 per rit, terwijl de rest van de kosten door de eigenaar zelf wordt gedragen. Veel bushouders rijden daardoor uit noodzaak en passie, niet uit winst”, zegt Telgt. Om alle leden te bereiken, voert de OBBS een landelijke wijktour uit. “Leden uit Nickerie, Saramacca, Para, Brokopondo en Albina kunnen niet allemaal naar een AVA komen vanwege afstand en kosten. Daarom bezoeken wij de leden in hun eigen regio”, legt Telgt uit.

 De problemen zijn divers. Naast lage tarieven klagen bushouders over late betalingen, dure keuringen en hoge onderhoudskosten voor bussen en boten. “De overheid eist dat alle voertuigen naar de keuringsinstantie worden gebracht voor inspectie, wat uit eigen zak betaald moet worden. Dit remt de bedrijfsvoering en legt een zware druk op de chauffeurs”, aldus Telgt.

 Hoewel de OBBS vorig jaar een tariefstijging van 15% kreeg doorgevoerd, blijft dit onvoldoende. Voorstel om bussen en onderdelen tegen nultarief te importeren strandde door de verkiezingen en wisseling van de wacht. “We willen nu met de huidige minister praten als gelijkwaardige partners en komen niet met messen op de keel. Het doel is een eerlijk pakket dat zowel bushouders als eindgebruikers ten goede komt”, benadrukt Telgt.