PARAMARIBO – Met het oplezen van hun naam werd ode gebracht aan de eerste 94 Javaanse immigranten die op de boot stapten naar een onbekende destinatie en in Suriname onder erbarmelijke omstandigheden op de plantages hebben moeten zwoegen. “Vrij jong in leeftijd, in de bloei van hun leven”, zei minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken(BIZA), maandagavond bij de kranslegging te Sana Budaya ter gelegenheid van de herdenking van 126 jaar Javaanse immigratie. Hij geeft te kennen dat de oudste immigrant de heer Hirogolo, 35 jaar, was van wie de familienaam hem niet bekend is.

Volgens Noersalim hebben Surinaamse Javanen hun plaats intussen hebben weten op te eisen binnen de Surinaamse gemeenschap. “Dit kunnen we stellen wanneer we kijken naar de aanwezigheid van de Javanen in verscheidene beroepsgroepen vanwaaruit zij bijdragen aan de ontwikkeling en opbouw van dit gezegend land.” Volgens hem is de sociale mobiliteit door de jaren heen duidelijk zichtbaar in de sociaal-economische stratificatie van de samenleving. “Ook in politiek opzicht spelen de Javanen een belangrijke rol in Suriname”, legt hij uit.

Op 9 augustus 1890 zetten de eerste groep Javaanse immigranten, die op 21 mei 1890 vertrokken vanuit Batavia, het huidige Jakarta, en dan via Nederland naar Suriname reisden met het schip S.S. Prins Willem II, voet op Surinaamse bodem…[+]