Javaanse zending E.B.G.S. herdenkt 110 jarig bestaan

Javaanse zending E.B.G.S. herdenkt 110 jarig bestaan 2 (002)

De Javaanse gemeente der Evangelische Broeder Gemeente Suriname (EBGS) herdenkt hun 110 jarig bestaan. In verband met deze herdenking is er een bijeenkomst gehouden op zaterdag 11 mei 2019, op het terrein van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

De voormalige Javaanse Zending is 110 jaar geleden opgericht in Nickerie. In 1996 is deze gemeente aangesloten bij de EBGS onder de Javanen.  De eerste kerk is op 25 juni 1911 opgericht te Leliendaal, nu genaamd Widji Tresna. “De bedoeling van de gemeenten is om de materiële en immateriële belangen van de EBG’ers te behartigen. Het is verder ook onze taak om het woord van God te zaaien, zoals dat staat in Matteüs 28: 19-20 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met u lieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen,” legt zuster Claudia Moeljomenawi uit die voorzitter is van het overlegorgaan.

De minister van Binnenlandse Zaken, Mike Noersalim, heeft aan de hand van enkele publicaties over de geschiedenis van de EBGS kunnen verklaren dat het voor de eerste predikanten en evangelisten niet gemakkelijk is geweest om in Suriname het Evangelie van de Here Jesus Christus te verkondigen. Volgens de minister is dankzij hun doorzettingsvermogen, de Javaanse tak van de EBGS doorgegroeid tot wat het nu is. “In zowel de seculiere als de kerkelijke wereld hebben de broeders en zusters zich weten te profileren. Zonder al te veel moeite kunnen we verschillende ministers, intellectuelen, doctoren, leerkrachten, notarissen aanwijzen die in de Surinaamse samenleving hun voetsporen hebben verdiend. In de kerkelijke wereld vinden we de Javaanse broeders en zusters eveneens in alle geledingen; van dienaar tot praeses. Om in de toekomst eveneens succesvol en betekenisvol te kunnen blijven, is het van belang om het doorzettingsvermogen en de volharding tot ons deugd te maken.”…[+]